Wat is beter, een traditionele spreker zijn of een non-traditionele?
Traditional: | Non-traditional: |
Stage |
|
Be the main event | Share the main event |
Hide behind podium | Be free to roam |
Use stage as it is | Use stage as setting |
Style |
|
Serious business tone | Humor and enthusiasm |
Confined expressiveness | Large expressiveness |
Monotone | Vocal and pace variety |
Visuals |
|
Read slides | Minimize slides |
Static images | Moving images |
Talk about your product | Show them your product |
Interaction |
|
Minimize disruptions | Plan disruptions |
Resist live feedback | Embrace real-time feedback |
Request silence | Encourage exchanges |
Content |
|
Familiarity with features | Wonderment and awe at features |
Flawless knowledge | Self-deprecating humanness |
Long-winded rambles | Memorable, headline sized sound bites |
Involvement |
|
One-way delivery | Polling, shout-outs, game playing, writing, drawing, sharing, singing, and question asking. |
Bovenstaande tabel uit het geweldige boek Resonate van Nancy Duarte geeft een mooie, concrete weerslag van het verschil tussen twee uitersten: een traditionele manier van presenteren en een niet-traditionele manier van presenteren.
Het leuke is dat je de tabel, naast het toepassen op jezelf, ook kunt toepassen op verschillende werkgebieden en zelf culturen. In de VS en in de creatieve industrie, zie je dat vaker de non-traditionele stijl omarmt wordt. Denk: Steve Jobs, denk Brene Brown.
In Nederland houdt men zich juist vaker vast aan de traditionele manier van presenteren. Want, de non-traditionele manier verlangt dat je wat van jezelf laat zien, je kwetsbaar durft op te stellen, uit het keurslijf komt en speelsheid omarmt.
Dit is in de VS en de creatieve industrie meer gebruikelijk, maar hier in Nederland zijn we daar wat huiverig voor. Echter de laatste jaren merk ik dat dit wat aan het veranderen is.
Ik zie deze verandering bijvoorbeeld terug in de universiteitswereld. Waar de non-traditionele manier steeds meer omarmt wordt. Zie het succes van “de Universiteit van Nederland” en de manier van presenteren van professor Scherder in DWDD. Iemand die de non-traditionele manier van presenteren als het ware personifieert.
Tegelijkertijd, wordt er in dezelfde wereld soms laatdunkend op neergekeken. Deze wijze van presenteren zou niet inhoudelijk zijn en te Amerikaans. Vaak uit angst niet serieus genomen te worden, houdt men zich angstvallig en eenzijdig vast aan de traditionele manier van presenteren.
En dit is jammer. Omdat het suggereert dat er een tegenstelling bestaat. Een goed inhoudelijk verhaal, zou niet met enthousiasme gebracht kunnen worden. Humor zou je geloofwaardigheid naar beneden brengen.
Wat mij betreft bestaat deze tegenstelling niet.
Wil je jouw presentatie interessant maken, dan is het zaak om contrast (of te wel variatie) te creëren. En dit doe je nu juist door de traditionele manier van presenteren af te wisselen met een non-traditionele manier.
Je moet niet raar opkijken dat als je alleen de traditionele manier van spreken aanhoudt, je presentatie niet erg onderhoudend zal zijn. Misschien wel heel veilig, maar boeiend zal het niet zijn.
Tegelijkertijd, kan alleen een non-traditionele manier, juist een vermoeiend effect op het publiek hebben. Alsof je, als publiek, op het dak van een snel trein zit.
Kortom: de traditionele manier is niet beter dan de non-traditionele manier. Het gaat om de afwisseling. Op een manier die bij jou en je inhoud past. Experimenteer en creëer contrast! Gebruik zowel de traditionele als de non-traditionele aanpak.